In blogs #49 en #240 besteedde ik al eens aandacht aan twee van mijn favoriete albums van The Tubes. Bij eerste beluistering was ik direct weg van die platen en dat gold ook voor hun eerste twee albums (The Tubes uit 1975 en Young & Rich uit 1976). Now, hun derde album uit 1977, beviel mij minder.
Now is dan ook lange tijd het Tubes-album geweest dat ik het minste draaide. In de loop der jaren is mijn mening over het album echter gewijzigd. Naarmate ik ouder werd, en meer de randen van de (pop)muziek begon te verkennen, kon ik bij iedere draaibeurt van Now de experimentele kant het album meer waarderen.
Het album opent met Smoke (La Vie En Fumér), een nummer met een hoog film noir gehalte en het werd een vast onderdeel van hun live shows. Net als de volgende drie songs (Hit Parade, Strung Out On Strings, Golden Boy) is het een pop/rock-track met een behoorlijke twist. Zanger Fee Waybill is uitstekend op dreef met zijn inventieve zanglijnen en de bijdragen van het nieuwe bandlid, percussionist Mingo Lewis, voegen een interessante kleur toe aan het Tubes-palet.
Het laatste nummer van kant A is My Head Is My Only House Unless It Rains, een cover van Captain Beefheart. Als je naar het origineel luistert, dan hoor je hoe The Tubes tegelijk het karakter van het nummer hebben behouden terwijl ze het ook naar zich hebben toegetrokken.
Kant B, met instrumentale opener God-Bird-Change van de hand van Mingo Lewis, kent ook een opvallende cover. This Town van Lee Hazlewood is ook bijhoorlijk 'ver-Tubes-t' ten opzichte van het origineel. Het tempo is aanzienlijk hoger, het karakter is uitbundiger en er zijn strijkers toegevoegd. Opnieuw een geslaagde cover-versie, als je het mij vraagt.
© 2025 TTZL
Geen opmerkingen:
Een reactie posten