In de late jaren zeventig ontstond de New Wave Of British Heavy Metal. Band als Venom, Saxon, Motörhead en Iron Maiden reageerden op de punk en de resulterende neergang van de klassieke hard rock.
Ook in Nederland sloeg de NWOBHM aan en inspireerde muzikanten aan deze kant van de Noordzee. Wat niemand voor mogelijk hield gebeurde: er kwamen Nederlandse heavy metal bands. Picture bracht in 1980 al een gelijknamig debuutalbum uit - soms ten onrechte 'Picture 1' of '1' genoemd - en was daarmee de eerste échte heavy metal band van ons land.
Het album werd een instant succes en werd veel gedraaid in Alfred Lagarde's Betonuur en Hanneke Kappen's Stampij (op haar eigen pagina is een aflevering uit 1981 te beluisteren).
Dirty Street Fighter opent het album direct met veel verve. Het is een lekkere midtempo track met vette gitaar-riffs en een meezingbaar refrein. Rockin' In Your Brains, You Can Go, No More en You're A Fool zijn vergelijkbare nummers. (luister naar de laatste twee via de video van het hele album op respectievelijk 11:43 en 18:19).
Nog sterker vind ik Picture in snellere nummers zoals One Way Street, Get Back Or You Fall, He's A Player (15:24,
21:38 en 27:28)
en vooral Bombers. Na een rustig intro barst dat nummer letterlijk los met een heftige explosie. Mooie breaks, Rob Halford-achtige vocale uithalen en heerlijk stuwend bas- en drumwerk maken dit tot een krachtig geheel (de live-uitvoering illustreert dit misschien nog beter).
Het album sluit af met het ruim zeven minuten durende Fear. Het is een typische metal-ballad, maar dan wel goed gedaan. En in de laatste minuut gaan tempo en volume toch weer omhoog en sluit Picture het album toch nog in volle vaart af. Een lekker einde van een indrukwekkend debuutalbum.
Picture was niet de enige Nederlandse metalgroep die in de jaren tachtig doorbrak, er was een stortvloed aan kwalitatief goede bands toendertijd. Het kleine Nederlandse label Tonefloat vond het eind vorig jaar tijd om hier eens aandacht aante besteden middels de uitgave van Dutch Steel. Een 2CD/3LP met 34 pareltjes van toen. Denk daarbij aan tracks van bands als Exciter, Highway Chile en Elise. In Hedon-Zwolle was er naar aanleiding van de uitgave ook nog een festival georganiseerd waar ook Picture een live-set deed.
© 2015 TTZL
Merv Pepler en Joie Hinton maakten als respectievelijk drummer en toetsenist in de jaren tachtig en negentig deel uit van de instrumentale "pyschedelic/space/prog-rock" band Ozric Tentacles (zie #10).
Vanwege hun interesse in trance muziek begonnen ze in 1990 een nevenproject onder de naam Eat Static waarin ze volledig los konden gaan op hun synthesizers.
Na een cassette en een paar 12"-es in 1991 en 1992 kwam in 1993 hun debuutalbum Abduction uit, kort daarop gevolgd door de Lost In Time EP. Beide werden direct enthousiast ontvangen, maar het was de EP die het eerst mijn aandacht trok. Kenmerkend voor Eat Static zijn de verwijzingen naar buitenaards leven, UFO's en de ruimte in het algemeen en die zijn hier al volop aanwezig.
De titeltrack Lost In Time is wat je tegenwoordig een klassieke Eat Static track zou kunnen noemen. Instrumentale muziek met samples van gesproken woord. Het nummer begint rustig met een 'spacey' intro waarna het ritme langzaam opgebouwd wordt. Het geluidsbeeld is heel afwisselend waarbij de synthesizerloopjes over elkaar heen kronkelen en strijden om de aandacht. Soms verdwijnen ze om minuten later weer terug te komen. Ook zijn er fijne breaks aanwezig en als het nummer na een kleine acht minuten eindigt zou willen dat het nog minuten lang was doorgegaan.
Het tweede nummer is een mix van een nummer van hun debuutalbum Abduction. Gulf Breeze (Zetan Mix) is een track van een minuut of zeven met veel energie. Ritmische effecten en woordloze koortjes kenmerken deze track.
Afsluiter The Brain is met ruim negen minuten het langste nummer van de EP en is erg ruimtelijk van karakter. Met name op de hoofdtelefoon werken de ijle klanken erg goed.
De discografie van Eat Static is inmiddels erg groot geworden, ook al is Hinton in 2008 uit de groep gestapt waardoor Eat Static een solo-project van Pepler is geworden. De verkrijgbaarheid van de releases was vroeger wel eens een probleem maar met hun eigen webshop en Bandcamp-site is dat gelukkig niet meer het geval.
© 2015 TTZL
"Jesus died for somebody's sins, but not mine". Dat is een zin uit een gedicht van Patti Smith dat ze gebruikte als openingzin van haar debuutalbum Horses. Dat album uit 1975 gaf haar de bijnaam "Godmother of Punk". Omdat we echter midden in het 'paasgebeuren' zitten is de keus voor mijn blog haar derde album: Easter.
Religie is een steeds terugkerend thema in het werk van Patti Smith. Haar moeder was een Jehova's getuige en de opvoeding was erg religieus gericht met als gevolg dat ze zich er als tiener van afkeerde. Desondanks zit haar werk, en met name het album Easter, vol met religieuze beelden en verwijzingen.
Easter wordt gezien als het meest diverse en toegankelijke album van Patti Smith. Het album opent met de uptempo rocker Till Victory en het midtempo Space Monkey. Twee nummers waarin al direct te horen is hoe goed de bandleden van de Patti Smith Group zijn. Met name haar trouwe gitarist Lenny Kaye laat hier horen waartoe hij in staat is.
Het derde nummer op het album is waarschijnlijke haar bekendste: Because The Night. Bruce Springsteen had het nummer geschreven tijdens de sessies voor zijn vierde album, maar was niet van plan het te gebruiken omdat hij er niet tevreden over was. Patti Smith was in de studio ernaast bezig met de opnamen van Easter en omdat producer Jimmy Iovine aan beide albums werkte gaf hij een tape van het nummer aan haar. Smith schreef een eigen tekst voor het nummer en behield alleen het refrein van Springsteen. Hij zou het nummer daarna dikwijls live uitvoeren, meestal met de teksten van Smith.
Het album gaat ook daarna door het het voorschotelen van songs van een hoge kwaliteit. Het folkachtige Ghost Dance wordt gevolgd door de korte 'spoken word performance' Babelogue* welke overvloeit in het agressieve Rock n Roll Nigger*. Tegenover het 'high-energy' tweeluik 25th Floor/High On Rebellion staan het introspectieve We Three en het mooie titelnummer Easter.
Hoogtepunt van het album, naast Because The Night, is de alternatieve kerkdienst Privilige (Set Me Free). Compleet met quasi-kerkorgel en gregoriaans aandoende zang zorgt dit nummer iedere keer weer voor kippenvel.
Patti Smith heeft in de late jaren zeventig een viertal prachtige albums gemaakt en heeft daarna een pauze van bijna tien jaar ingelast. Gelukkig is ze daarna weer muziek gaan maken en in 2012 bracht ze haar inmiddels elfde album uit (Banga) dat ook weer goed werd ontvangen.
© 2015 TTZL