Zoeken in deze blog

zaterdag 23 februari 2013

#16: Joe Jackson – Jumpin’ Jive (1981)


Joe Jackson is de nachtmerrie van alle muzikale hokjesdenkers en etiketteerders. Pasten zijn eerste twee pop/rock-albums (Look Sharp! En I’m The Man) nog in de toenmalige new wave stroming, op zijn derde album Beat Crazy kwam hij opeens met reggae-invloeden aanzetten. Later waaierde hij nog uit naar soundtracks (o.a. Mike’s Murder en Tucker), jazz (Body And Soul) en orkestrale/klassieke muziek (Will Power, Night Music, Heaven & Hell, Symphony No.1).

In 1981 verraste hij met zijn (vierde) album Jumpin’ Jive, gevuld met covers van Louis Jordan en Cab Calloway nummers uit de jaren 40. Hoewel het muzikaal ver verwijderd is van zijn eerdere werk heeft het album wel hetzelfde energieke karakter als zijn eerste drie albums. De muziek spat je huiskamer in en Joe Jackson is in vocale topvorm. Hij past schijnbaar moeiteloos per nummer de meest geschikte zangvorm toe. De echte uitblinkers zijn echter de blazers (alto en tenor sax, trompet en klarinet) die op de één of andere manier er in slagen het album authentiek te laten klinken, maar mét een eigentijds tintje.

Er staan heel snelle nummers op zoals How Long Must I Wait For You en Five Guys Named Moe, waarbij vooral de drum break in het eerstgenoemde nummer fantastisch is. Van de midtempo nummers vallen Is You Is Or Is You Ain’t My Baby en Tuxedo Junction op vanwege de prachtige arrangementen.

Verder staan er ook twee nummers op het album waarin het tempo omlaag gaat en die een verhalend karakter hebben: San Francisco Fan en What's The Use Of Getting Sober (When You're Gotta Get Drunk Again). Ook hiermee kan de band prima uit de voeten.

Al met al een heerlijk, sprankelend album met een prachtige retro-cover (van de Nederlandse fotograaf Anton Corbijn) welke doet denken aan de platenhoezen uit de tijd dat deze liedjes uitkwamen. Helaas is bij de geremasterde heruitgave van het album in 1998 gekozen voor een alternatieve hoes.

© 2013 TTZL


Officiële website: Joe Jackson
Wikipedia EN: Joe Jackson
Wikipedia NL: Joe Jackson
Youtube: Tuxedo Junction







zondag 17 februari 2013

#15: The Rolling Stones – Their Satanic Majesties Request (1967)

Tot aan het album Their Satanic Majesties Request uit 1967 werden er in de UK en de US verschillende versies uitgebracht van de albums van The Rolling Stones. Nummers van verschillende albums, EP’s en singles werden tot nieuwe albums gesmeed door de Amerikaanse platenmaatschappij. Een enkele keer stond daar ook een nummer op dat dan weer op een later UK-album verscheen. Vanaf Their Satanic Majesties Request verscheen er in de UK en de US dezelfde versie een album.

Their Satanic Majesties Request is een apart album in het oeuvre van The Rolling Stones. Het is geen rhythm & blues en het is geen rock ’n roll. Het staat bol van de psychedelische invloeden, er wordt gebruikt gemaakt van Afrikaanse percussie en een strijkorkest en de mellotron is te horen.

Gedurende de lange opnamesessies (ca. acht maanden) waren diverse groepsleden onder de invloed van (psychedelische) drugs. Daarbij verliepen de sessies nogal chaotisch. Het was iedere dag een verrassing wie er kwam opdagen en als ze kwamen opdagen namen meerdere bandleden talloze vrienden mee naar de studio. Op een gegeven moment gooide producer Andrew Oldham daarom de handdoek in de ring en werd dit het enige zelfgeproduceerde album van The Rolling Stones.

Dat dit geen succes werd blijkt wel uit de volgende quote van Mick Jagger: “There's a lot of rubbish on Satanic Majesties. Just too much time on our hands, too many drugs, no producer to tell us, "Enough already, thank you very much, now can we get just get on with this song?" Anyone let loose in the studio will produce stuff like that. There was simply too much hanging around. It's like believing everything you do is great and not having any editing.”

Dit heeft geleid tot mislukte experimenten als de acht minuten durende psychedelische jam Sing This All Together (See What Happens), het gefragmenteerde On With The Show en de tweede, stuurloze helft van het nummer Gomper.

Maar er staan ook een aantal sterke tracks op het album waarvan de meest bekende waarschijnlijk She’s A Rainbow is. Een prachtige pianopartij en strijkers ondersteunen een prima op dreef zijnde Mick Jagger. Samen met 2000 Light Years From Home overigens de enige nummers van het album die live zijn uitgevoerd. Citadel wordt voortgestuwd door één van weinige gitaar-riffs op het album en het door bassist Bill Wyman geschreven én gezongen (een unicum!) In Another Land zijn ook prima. Mijn persoonlijke favoriet is 2000 Man (waarvan ook een voortreffelijke cover is gemaakt door Kiss).

Tijdens de opnamesessies verscheen het album Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles en dit wordt soms het antwoord van The Rolling Stones op dat album genoemd (John Lennon en Paul McCartney verzorgen trouwens achtergrondvocalen op één nummer). Als geheel is het Stones-album echter veel minder geslaagd dan het Beatles-album, maar is wel een interessante anomalie in het Stones-universum.

En de titel? Dat is een verwijzing naar een tekst uit het Britse paspoort: “Her Britannic Majesty's Secretary of State Requests and Requires…”.

© 2013 TTZL


Officiële website: The Rolling Stones
Wikipedia EN: The Rolling Stones
Wikipedia NL: The Rolling Stones
Youtube: Gomper
Youtube: Citadel
Youtube: In Another Land
Youtube: 2000 Man

zondag 10 februari 2013

#14: The Beatles – Rubber Soul (1965)

Begin december 1965 kwam het zesde studioalbum van The Beatles uit: Rubber Soul. Op dat moment hadden The Beatles al vele hitsingles gehad en ook de films A Hard Day’s Night en Help! waren een succes. Ondanks dat de timing commercieel gezien uitstekend was (net op tijd voor de kerstinkopen!) was Rubber Soul toch vooral artistiek gezien een geweldige sprong voorwaarts ten opzichte van het voorgaande werk.

De albums tot dan toe waren vooral verzamelingen van eerder uitgebrachte singles en EP’s en het resultaat van meerdere opnamesessies tussen andere beslommeringen door (optredens, fimprojecten, etc.) Rubber Soul werd in een aaneengesloten periode van vier weken opgenomen in oktober en november 1965 en klinkt hierdoor als een geheel in plaats van samengevoegde losse fragmenten.

Muzikaal gezien worden er nieuwe paden bewandeld. Franse invloeden zijn hoorbaar in Michelle, Griekse invloeden in Girl. Het gebruik van de Indiase sitar door George Harrison in Norwegian Wood (This Bird Has Flown) luidde zelfs een periode van intense aandacht voor de Indiase muziek in. Ook soul en folkrock invloeden zijn aanwezig in diverse nummers.

Ook tekstueel gezien werden er op Rubber Soul grote stappen voorwaarts gezet. Waar het voorheen vooral simpele liefdesliedjes waren hebben de teksten nu veel meer diepgang en worden er vooral volwassener thema’s aangeroerd. Er is meer nuance en er is ook ruimte voor negativiteit. Er zijn zelfs nummers die over heel andere zaken gaan dan romantiek en liefde (Nowhere Man en Think for Yourself). De topstukken zijn voor mij de stevigere uptempo nummers Drive My Car (een satirische kijk op sexcisme) en Run For Your Life (over een extreem jaloerse minnaar).

Zelfs het artwork was vernieuwend. Zo heeft de hoesfoto een apart perspectief. Dit is bij toeval ontstaan. Toen de fotograaf beelden van mogelijke hoezen projecteerde op een stuk karton ter grootte van een platenhoes, schoof het karton ineens onderuit. Hierdoor ontstond een apart perspectief en dát effect wilden The Beatles graag hebben. Daarnaast stond de groepsnaam niet op de voorkant, wat in die tijd ook zeer ongewoon was.

Gedurende bijna hun hele carriére waren de mono-versies van de albums de standaard. Aan de mono-mix werd de volop aandacht besteed, de stereo-mix werd daarna vlug afgehandeld: muziek voornamelijk links, zang voornamelijk rechts, klaar. Alleen van de laatste twee albums ('Abbey Road' uit 1969 en 'Let It Be' uit 1970) is geen mono-versie meer verschenen. In 1987 heeft de originele producer (George Martin) voor de eerste CD-edities nieuwe stereo-mixen gemaakt. Daardoor bestaan er nu drie versies van het album: 1965-mono, 1965-stereo en 1987-stereo. Toen in 2009 The Beatles collectie opnieuw werd ge-remastered was de 1987-versie de basis voor de nieuwe stereo-uitgaven. Daarnaast kwam er ook een mono-box uit met, indien aanwezig, ook de originele stereo-mixen als bonus. Mijn voorkeur gaat absoluut uit naar de ge-remasterde 1965-mono versie.

© 2013 TTZL
Officiële website: The Beatles
Wikipedia EN: The Beatles
Wikipedia NL: The Beatles
Youtube: Michelle
Youtube: Girl
Youtube: Norwegian Wood (This Bird Has Flown)
Youtube: Nowhere Man
Youtube: Drive My Car

zaterdag 2 februari 2013

#13: Kronos Quartet – Pieces of Africa (1992)

Het Kronos Quartet is een strijkkwartet in de klassieke bezetting (twee violen, altviool en cello), maar is verder allesbehalve ‘klassiek’ te noemen. Vanaf de oprichting in 1973 gaat de interesse niet zozeer uit naar klassieke componisten als Bach, Beethoven, List en Mozart, maar het Kronos Quartet richt zich op hedendaagse componisten. Op dit moment zijn er al zo’n 700 werken speciaal voor het Kronos Quartet geschreven of gearrangeerd. Daarnaast is er tijdens de optredens veel interactie met de zaal en wordt er gebruik gemaakt van elektronische versterking en effecten, bandopnamen en lichteffecten. Allemaal nogal ongewoon voor een strijkkwartet.

Het gespeelde repertoire is erg breed. Daartoe behoort muziek die zijn wortels heeft in de westerse klassieke muziek, maar ook experimentele werken (van o.a. George Crumb en Bob Ostertag), werken van componisten uit de ‘minimal music’-hoek (Terry Riley, Steve Reich, Philip Glass, Arvo Pärt) en jazz (Thelonious Monk, Bill Evans).

Daarnaast verwerkt men ook veel invloeden uit andere delen van de wereld: tango, Mexicaanse folkmuziek, Indiase Bollywoodmuziek, Chinese opera en Oost-Europese invloeden om maar wat te noemen. Ook een link naar de populaire muziek is aanwezig door samenwerkingsverbanden en covers van o.a. Purple Haze (Jimi Hendrix) en Flugufrelsarinn (van het Ijslandse Sigur Ros).

Op het album Pieces of Africa uit 1992 werkt het Kronos Quartet samen met zeven Afrikaanse componisten. De combinatie van een westers strijkkwartet met traditionele Afrikaanse instrumenten werkt wonderwel (vijf van de zeven componisten spelen ook zelf mee). De composities hebben een klassiek karakter maar zijn onmiskenbaar Afrikaans. Het heeft één van de meest toegankelijke albums van het Kronos Quartet opgeleverd.

Het album opent met Mai Nozipo (“Mother Nozipo”) van Dumisani Maraire uit Zimbabwe waarin de toon direct gezet wordt. Een combinatie van strijkkwartet en Afrikaanse percussie vertelt de levensloop van de moeder van de componist. Eerst een vrolijk deel over het leven, dan een treurige toonzetting als zij overlijdt en tenslotte een vrolijke afsluiting als ze is opgenomen in de wereld der geesten. Eenzelfde combinatie werkt ook goed in Escalay(“Waterwheel”)* van de Soedanese componist Hamza El Din.

Iets minder geslaagd vind ik Saade (“I’m Happy”)* van de Marokkaanse componist Hassan Hakmoun. Niet omdat het een slechte compositie is, maar omdat de Afrikaanse instrumenten en vocalen dusdanig overheersen dat er geen sprake meer is van een fusie van twee stijlen.

Hoogtepunten zijn Tilliboyo (“Sunset”) van Foday Musa Suso uit Gambia en het ruim twintig minuten durende White Man Sleeps I-V van de Zuid-Afrikaanse Kevin Volans. Delen hiervan waren ook al te horen op het gelijknamige album uit 1987.

Als je eens in een muzikaal avontuurlijke bui bent is dit een album dat het waard is om te verkennen.

* niet op Youtube gevonden

© 2013 TTZL


Officiële website: Kronos Quartet
Wikipedia EN: Kronos Quartet
Wikipedia NL: Kronos Quartet
Nonesuch: Escalay(“Waterwheel”) (excerpt)
Nonesuch: Saade (“I’m Happy”) (excerpt)