Zoeken in deze blog

zaterdag 29 augustus 2020

#407: White Noise - An Electric Storm (1969)

BBC's Radiophonic Workshop was vanaf 1958 veertig jaar lang verantwoordelijk voor de geluiden en muziek bij talloze BBC-programma's. Hun meest bekende track is waarschijnlijk Doctor Who theme uit 1963 voor de tv-serie Doctor Who. De Workshop was vermaard vanwege de gebruikte technieken die nauwe verwantschap hadden met musique concréte. Geluiden uit het dagelijks leven werden vervormd door middel van tapemanipulaties of geluiden werden gemaakt door middel van toongeneratoren.

Leden van de Workshop gaven ook lezingen en bij één daarvan was de in Engeland woonachtige Amerikaan David Vorhaus aanwezig. Geïnspireerd door de lezing benaderde Vorhaus de Workshop-leden Delia Derbyshire en Brian Hodgson om gezamenlijk een muzikaal project te starten.

In eerste instantie was het de bedoeling om twee nummers te maken voor een single. De eerste track is Love Without Sound en die komt nog redelijk dicht in de buurt van popmuziek, al is er halverwege een passage waarin de musique conréte invloeden naar voren komen. Het tweede nummer, My Game Of Loving, start ook redelijk conventioneel, al zijn de zang en gesproken teksten apart te noemen. Ook hier is halverwege een abrupte break waarin de 'game of loving' expliciet wordt verklankt. 

De nummers werden gepresenteerd aan Chris Blackwell van Island Records en die was zo onder de indruk dat hij ze vroeg het uit te breiden tot een album. Daarop gingen Vorhaus, Derbyshire en Hodgson weer aan het werk en met behulp van een groep bevriende zangers en muzikanten werden nog een aantal tracks gemaakt. Hierbij werd, naast de al eerder genoemde tapemanipulaties en toongeneratoren, gebruik gemaakt van een EMS VCS 3 (één van de eerste synthesizers). 

De drie resterende tracks van kant A (Here Come The FleasFirebirdYour Hidden Dreamshebben dezelfde, typisch Engelse psychedelica-karakteristieken. Daarbij wordt aan eerstgenoemde track absurdistische humor toegevoegd en heeft die track in twee minuten meer 'edits' dan een contemporain album in zijn geheel had. 

Echt uitdagend wordt het op kant B. Die start met de ruim elf minuten durende trip The Visitation waarin een overleden man een laatste bezoek probeert te brengen aan zijn ontroostbare geliefde. De rest van kant B liet op zich wachten.

Er was inmiddels een jaar verstreken sinds het verzoek van Blackwell en Island Records begon was ongeduldig te worden en stelde een ultimatum.  De laatste track, Black Mass: Electric Storm In Hell, werd daarop snel geïmproviseerd en is een (door Pink Floyd's A Saucerful Of Secrets geïnspireerde) hypnotiserende kakofonie die, zeker na herhaalde beluistering, boeiend te noemen is en een waardige afsluiter van het album.

An Electric Storm is geen lichte kost en zal zeker niet iedereen aanspreken. Het album was geen succes toen het uitkwam, maar heeft in de afgelopen vijftig jaar uiteindelijk de waardering én invloed gekregen die het als pionier van het elektronische genre verdient, getuige de waardering die groepen als Stereolab, Add N To (X) en Broadcast voor het album hebben uitgesproken.

© 2020 TTZL



zaterdag 22 augustus 2020

#406: In Tua Nua - Seven Into The Sea (1986)

Voor een land met slechts vijf miljoen inwoners heeft Ierland een indrukwekkend aantal belangrijke artiesten voortgebracht. Zo zijn er traditionele groepen als The Chieftains en The Dubliners, het modernere geluid van Clannad en Enya solo, je had Them en later Van Morrison solo en er was natuurlijk Thin Lizzy

Maar ook later kwamen er zat interessante pop, rock en alternatieve bands uit Ierland zoals The Corrs, The Script, An Emotional Fish, The Divine Comedy, Hothouse Flowers, My Bloody Valentine, That Petrol Emotion, Therapy? en Virgin Prunes.

De jaren tachtig waren met name succesvol voor Ierse bands met hits als I Don't Like Mondays en Banana Republic van The Boomtown Rats, A Girl Called Johnny en The Whole Of The Moon van The Waterboys en een waterval aan hits van U2 waaronder Sunday Bloody Sunday en Pride (In the Name of Love).

In hun slipstream volgden natuurlijk vele Ierse bands die ook hun geluk beproefden. Eén van die bands was In Tua Nua, waarvan de bandnaam een fonetische weergave is van het Iers-Gaelische 'An Tuath Nua', wat 'de nieuwe stam' betekent. 

Na een paar singles (waarvan er één kleine hit werd in Ierland) kregen ze meer succes met het felle, opzwepende Seven Into The Sea. Naast de top tien in Ierland bereikten ze er ook de onderste regionen van de Nederlandse Top 40 mee, wat ze een plek op Pinkpop in 1987 opleverde.

Het nummer start met een heerlijk drums-en-bas-intro en dat heerlijke geluid houdt het hele nummer aan. Na dat intro valt een staccato gitaar in en in de rest van het nummer zorgen fluit en viool voor een Iers gevoel. De soepele en toch krachtige stem van Leslie Dowdall doet de rest, in combinatie met het pakkende refrein en fijn outro (gelukkig geen fade-out). Ballad Of Irish Love op de b-kant is heel anders (lees: rustiger) van sfeer, maar is ook een fijne track met een schurende tekst over disfunctionerend gezinsleven. 

In Tua Nua brak daarna niet écht door en na twee albums (Vaudeville in 1987 en The Long Acre in 1988) was het afgelopen. Er werd nog een derde album opgenomen (When Night Came Down On Sunset), maar dat werd niet meer uitgebracht door de platenmaatschappij. Uiteindelijk is dat album in 2007 voor korte tijd verkrijgbaar geweest op iTunes.

© 2020 TTZL



Officiële website: In Tua Nua
Wikipedia EN: In Tua Nua


YouTube: I Don't Like Mondays [The Boomtown Rats, clip]
YouTube: Banana Republic [The Boomtown Rats, clip]
YouTube: A Girl Called Johnny [The Waterboys, clip]
YouTube: The Whole Of The Moon [The Waterboys, clip]
YouTube: Sunday Bloody Sunday [U2, clip]
YouTube: Pride (In the Name of Love) [U2, clip]

zondag 16 augustus 2020

#405: ZZ Top - Degüello (1979)

Het was in de nacht van 19 op 20 april van het jaar 1980 dat ik kennis maakte met de Amerikaanse band ZZ Top. Ze gaven hun allereerste optreden in Europa en waren de laatste band in een Rockpalast Nacht. Ik vond ze geweldig en was direct verkocht (overtuig jezelf en kijk naar ZZ Top on Rockpalast). Zo snel als ik kon schafte ik de LP The Best Of ZZ Top aan. 

Het is een geweldige verzamelaar die ik stuk heb gedraaid, maar er ontbraken wel een aantal nummers die ik bij Rockpalast had gehoord. De reden hiervoor was dat de compilatie uit 1977 is en nummers van de eerste vijf albums bevat, terwijl het zesde album Degüello uit was gekomen in november 1979, een half jaar voor het Rockpalast-optreden. En zo werd Degüello mijn eerste reguliere ZZ Top album en nog altijd is het één van mijn favoriete albums, samen met Tres Hombres (1973), Eliminator (1983) en La Futura (2012, zie blog #12). 

Bill Ham was een soort vierde bandlid als manager, producer en co-schrijver van sommige nummers en hij was ook verantwoordelijk voor het image van de band. In het begin gaven ze geen interviews en zo creëerde hij een bepaalde mystiek rond de band. Daarnaast toerden ze in de beginjaren onophoudelijk met het materiaal van de eerste blues-georiënteerde albums in een poging om door te breken in de VS. In een tijd waarin punk en new wave opkwamen kon dit niet altijd op waardering rekenen. Toen ze in een artikel schamper "that little ol' band from Texas" werden genoemd gingen ze hier niet tegenin, maar adopteerden het als geuzennaam. Ze gebruiken de naam tot op de dag vandaag en het is ook de titel van de documentaire uit 2019.

Na de eerste drie albums, en het begin van succes met Tres Hombres, volgde Fandango! dat één studio-kant en één live-kant heeft. Hoe goed beide kanten ook zijn, óf een studio-album óf een live-album was nog beter geweest. Daarna volgde Tejas waar vooral de country-invloeden opvallen en die werd opgenomen tijdens een break in beruchte Worldwide Texas Tour waarbij de band onder andere een podium had in de vorm van de staat Texas en er allerlei flora en fauna uit de staat meereisde. 

Na de uitputtende tour laste de band een rustpauze in van drie maanden die uiteindelijk meer dan twee jaar zou duren. In die tijd groeiden de baarden van gitarist Billy Gibbons en bassist Dusty Hill ook uit tot het huidige formaat - drummer Frank Beard heeft natuurlijk geen baard, da's logisch... 

De band stapte over naar een andere platenmaatschappij en bracht Degüello uit. Het is weer een flinke stap in de ontwikkeling is van ZZ Top, want er werd voor het eerst geëxperimenteerd met geluidseffecten en een vocoder. De blues klinkt een stuk smeriger en harder terwijl de productie weer een stuk beter is. Voorbeelden zijn de midtempo-tracksShe Loves My Automobile en Dust My Broom terwijl in de uptempo tracks She Loves My Automobile en Manic Mechanic het gebruik van vervormde stemmen opvalt. 

Er staan ook wat tracks op die meer pop/soul-invloeden hebben zoals I Thank YouLowdown in the Street en Esther Be the One. Wat mij betreft zijn I'm Bad, I'm NationwideA Fool for Your Stockings en Cheap Sunglasses de top-tracks van het album. De heerlijke bas in het eerstgenoemde nummer, de lekker ironische teksten in de andere twee en de prima melodieën, vocalen en riffs maken dat deze tracks er bovenuit steken. 

Op Degüello worden ook blazers spaarzaam gebruikt en zijn voor het eerst toetsen te horen. Dit laatste zou worden voortgezet met (niet geheel gelukte) synthesizerbijdragen op El Loco (1981), maar op Eliminator (1983) hadden ze het onder de knie en zou het hun grootste succesperiode inluiden.

Vanwege het succes van Eliminator vond men het in 1987 blijkbaar een goed idee om het geluid van de oude albums aan te passen aan het nieuwe geluid (door middel van nieuwe gitaar- en drumpartijen) op de verzamelbox The ZZ Top Sixpack. Blijf hier ver vandaan! In 2013 is dit gelukkig rechtgezet door op The Complete Studio Albums 1970-1990 de originele vinylmixen te gebruiken.
 
© 2020 TTZL


Officiële website: ZZ Top
Wikipedia EN: ZZ Top
Wikipedia NL: ZZ Top 

YouTube: Degüello [album]

YouTube: I Thank You
YouTube: Manic Mechanic
YouTube: Dust My Broom
YouTube: Hi Fi Mama


zaterdag 8 augustus 2020

#404: Gary Moore And Phil Lynott - Out In The Fields (1985)


De (muzikale) paden van Gary Moore en Phil Lynott hebben elkaar regelmatiggekruisd. Moore (uit Noord-Ierland) en Lynott  (uit Ierland) speelden eind jaren zestig samen in de Ierse blues band Skid Row. Aan het eind van 1969 verliet Lynott de band en startte Thin Lizzy. Een paar jaar later verliet ook Moore de band om een solo-carrière te beginnen.

Thin Lizzy kwam goed uit de startblokken want in 1972 was het al met de derde single raak: Whisky In The Jar. Van Moore was het album Grinding Stone verschenen in 1973 onder de naam The Gary Moore Band. Dat album deed niet veel en toen in 1974 gitarist Eric Bell tijdens een toer Thin Lizzy verliet kon Moore de hulpvraag van Lynott niet weerstaan. Hij maakte de toer met de band af en nam drie nummers met ze op, waarvan Still In Love With You op het album Nightlife terecht kwam.  

Iets soortgelijks gebeurde in 1977 toen Moore de gewonde gitarist Brian Robertson verving. Op de uitnodiging om definitief tot Thin Lizzy toe te treden ging hij echter niet in. Het contact bleef echter goed en Lynott werkte in 1978 mee aan Moore's solo-album Back On The Streets met onder andere de prachtige samenwerking Parisienne Walkways. Toen Robertson in 1978 vertrok, viel Moore opnieuw voor hem in en is hij onderdeel van de band op het hoog gewaardeerde album Black Rose: A Rock Legend. Toch zou hij snel hierna vertrekken en de band G-Force beginnen die één album zou maken, het zelfgetitelde G-Force.

In de jaren daarna blijven ze bijdragen leveren aan elkaars werk zoals Moore's gitaarpartijen op Jamaican Rum van Lynott's album Solo In Soho uit 1980. En als Gary Moore in 1985 aan zijn vijfde soloalbum Run For Cover gaat werken is Phil Lynott natuurlijk weer van de partij. Hij zingt achtergrondvocalen op Nothing To Lose, maar het zijn twee andere nummers die de show stelen. 

Military Man is geschreven door Lynott en hij speelt bas en zingt op het machtige nummer met een sterk anti-militaristische tekst: 

Papa take a look at your boy, he's a military man
Mama take a look at your boy, he's dying
Papa take a look at your boy, he's fighting
Mama take a look at your boy, he's frightened

They have trained your boy to kill
And kill someday he will
They have trained your boy to die
And ask no questions why

Out In The Fields is geschreven door Moore en Lynott speelt en zingt hier ook, maar deelt de vocalen met Moore. Het nummer heeft eenzelfde soort thema als Military Man en gaat over de situatie in Noord-Ierland ('The Troubles'): 

It doesn't matter
If you're wrong or if you're right
It makes no difference
If you're black or if you're white

All men are equal
Till the victory is won
No colour or religion
Ever stopped the bullet from a gun

Out in the fields
The fighting has begun
Out on the streets
They're falling one by one
Out from the skies
A thousand more will die each day
Death is just a heartbeat away

Het is niet alleen tekstueel een sterk nummer, maar ook muzikaal gezien zit het goed in elkaar met een sterk wisselende dynamiek. Ingehouden passages worden afgewisseld met boosheid, felle gitaaruithalen en heerlijke breaks. Het was dan ook een goede beslissing om beide songs onder de noemer 'Gary Moore And Phil Lynott' op een single uit te brengen. Het nummer bereikte in een flink aantal landen de hitlijst en stond vorig jaar nog in de Top 2000 op nummer 1844.

De 12"-versie van de single had als bonus een remake van het Thin Lizzy-nummer waar Moore in 1974 aan had meegewerkt: Still In Love With You. Ook dit nummer is een topper en gelukkig is het toegevoegd aan de geremasterde versie van het album Run For Cover

Na jarenlang misbruik van alcohol en drugs klapte Phil Lynott op Eerste Kerstdag 1985 in elkaar en overleed op 4 januari 1986. Naar alle waarschijnlijkheid zijn de nummers op het album van Gary Moore de laatste opnamen van Lynott geweest. Op 6 februari 2011 overleed Gary Moore op vakantie in Spanje aan een hartaanval die veroorzaakt werd door teveel alcohol in zijn bloed. 

© 2020 TTZL


Officiële Facebook: Gary Moore / Phil Lynott
Wikipedia EN: Gary Moore / Phil Lynott
Wikipedia NL: Gary Moore / Phil Lynott
YouTube: Military Man
YouTube: Still In Love With You (remake)

YouTube: Whiskey In The Jar [Thin Lizzy]
YouTube: Still In Love With You [Thin Lizzy]
YouTube: Parisienne Walkways [Gary Moore]
YouTube: Jamaican Rum [Phil Lynott]
YouTube: Nothing To Lose [Gary Moore]

zondag 2 augustus 2020

#403: VA - The Akron Compilation (1978)

 
In de jaren zeventig vielen vooral New York en Los Angeles op als plekken in de VS waar de punk en new wave goed gedijden. Toch waren er ook zeker andere plaatsen die muzikaal interessante groepen voortbrachten, maar die liepen veel minder in de gaten. Zeker in Europa viel bijvoorbeeld de muziekscene van Akron, Ohio (en het nabij gelegen Cleveland) niet zo op. Akron werd in die tijd ook wel 'Rubber City' genoemd doordat er vier grote autobandenmerken hun hoofdkantoor in die stad hadden. Vandaar de illustratie op de hoes.

Gelukkig bracht het Engelse platenlabel Stiff Records eind jaren zeventig in Europa de eerste platen uit van Devo (uit Akron) en die band zou samen met Pere Ubu (uit Cleveland) de vaandeldragers worden van de regio. Ongetwijfeld erop geattendeerd door de relatie met Devo, ontwikkelde Stiff Records een interesse voor bands uit Akron/Cleveland en bracht in 1978 een verzamel-elpee uit onder de titel The Akron Compilation.

Op deze LP staan nummers van tien verschillende artiesten uit de regio. Het album opent, na een korte intro, met licht psychedelische rock van Jane Aire & The Belvederes onder de titel When I Was Young (hun tweede bijdrage I'm An Actress is ook prima). Na het vreemde, maar grappige Chinese Circus van Tin Huey volgt de meest traditionele bijdrage: Truckstop Queen van de pas 15-jarige Rachel Sweet. Haar tweede nummer op het album, Tourist Boys, bevalt mij trouwens beter. Met Nova van The Bizarros wordt het allemaal wat ruiger en bij The Waitresses is het allemaal wat experimenteler. Zij zijn vertegenwoordigd met maar liefst drie nummers: The Comb, Slide en de 'hidden bonus track' Clones

De garage rock in Rubber City Rebels van Rubber City Rebels klinkt als Akron's antwoord op de legendarische MC5 uit het nabij gelegen Michigan. Daarnaast staan er drie bands op de plaat waarvan ik niet heb kunnen vinden dat er ander werk van ze is uitgebracht dan de nummers op deze LP: Sniper (Love Is Making Me Bleed), Idiots Convention (Mephistopheles' Passion) en Terraplane (A Beer And A Cigarette). En van Chi-Pig is alleen een single bekend uit die tijd, naast de hoekige, springerige bijdrage Apu-Api (Help Me) op dit album.

Het geluid van krakend vinyl op YouTube is logisch aangezien de compilatie (helaas) nooit op CD is verschenen. Gelukkig heb ik lang geleden een mooie Duitse heruitgave op 'flamed purple vinyl' op de kop kunnen tikken (die beter klinkt dan de versie op YouTube) en die koester ik. Akron is dan misschien wel een voetnoot in de muziekgeschiedenis, maar wel een leuke voetnoot.

© 2020 TTZL


Officiële Facebook: Stiff Records

YouTube: The Akron Compilation [album]

YouTube: Chinese Circus
YouTube: Truckstop Queen
YouTube: Nova
YouTube: The Comb
YouTube: Slide 
YouTube: I'm An Actress   
YouTube: Tourist Boys 
YouTube: Clones