Zoeken in deze blog

zondag 29 januari 2023

#533: Morphine - Cure For Pain (1993)

De datum is 3 juli 1999. De plaats is het Nel Nome del Rock festival in Palestrina, Italië. Middenin het achtste nummer van de set zakt Mark Sandman in elkaar en nog op weg naar het ziekenhuis wordt hij al in de ambulance dood verklaard. Hartaanval. Hij werd maar 46 jaar en was de zanger/bassist van de Amerikaanse band Morphine.

De band wordt in 1990 opgericht door Sandman, saxofonist Dana Colley en drummer Jerome Deupree. Tijdens de opnamen van dit album moet Deupree afhaken wegens ziekte en wordt hij op drie nummers vervangen door het nieuwe bandlid Billy Conway. De groep valt op door het aparte instrumentarium dat gebruikt wordt. 

Sandman bespeelt een tweesnarige basgitaar met een slide en zelf uitgevonden instrumenten zoals de 'tritar', met twee gitaarsnaren en één  bassnaar. Colley bespeelt voornamelijk de baritonsaxofoon en soms sopraan-, tenor- of bassaxofoon. Ook bespeelt hij soms twee saxofoons tegelijk, zoals de befaamde jazz multi-instrumentalist Rashaan Roland Kirk deed. Op studiowerk voegde Sandman ook wel flarden gitaar en toetsen toe. De mix van rock met blues-, en jazz-elementen zorgde  - in combinatie met het bovenstaande -  voor een heel eigen, open en spartaans geluid. 

Het debuutalbum Good verschijnt 1991 op een klein, onafhankelijk label en wordt redelijk goed ontvangen. Het grotere Rykodisc pikt de band op, brengt in juli 1993 het debuutalbum opnieuw uit, twee maanden later gevolgd door de opvolger Cure For Pain. Het is dit album waardoor ik kennis maak met de band, vooral  door de lovende recensies in de Nederlandse muziekpers.

Soms heeft een album een paar draaibeurten nodig om onder je huid te gaan zitten. Dat was hier niet het geval. Sterker, binnen één minut was ik verkocht. Het album opent met korte, melancholische Dawna. Een ijl, instrumentaal nummer van driekwart minuut met een hoofdrol voor Colley's saxofoon. Vrijwel naadloos gaat het nummer over in Buena en dat nummer start met het heerlijke diepe basgeluid van Sandman en na tien seconden volgt een lekker droog drumgeluid van Deupree. Ik was meteen verkocht en toen de karakteristieke stem van Sandman daar aan werd toegevoegd werd het alleen nog maar beter. Kippevel. Nog steeds.

Wat vooral opvalt is het diverse karakter van de muziek. Dynamiek- en tempowisselingen, zowel in de nummers zelf als tussen de verschillende nummers. Buena is blij vlagen best fanatiek, maar het daaropvolgende I'm Free Now is dan weer heerlijk loom en slepend. En die eerste twee nummers maken ook direct duidelijk dat het de moeite loont om naar Sandman's teksten te luisteren.

Het album staat verder vol met sterke nummers. Candy is ook zo'n lekker loom nummer, A Head With Wings klinkt lekker hoekig en swingend en In Spite Of Me had een Leonard Cohen-track kunnen zijn (met bijpassende voordracht door Sandman en mandoline door Jimmy Ryan). 

Dat nummer wordt dan weer direct gevolgd door Thursday, de meest furieuze track van het album. De tekst verhaalt over een affaire, iedere donderdag in een motel en de muziek is bijpassend: heerlijk smerig. Echt een geweldige track.

Titelnummer Cure For Pain is een prachtige melodieuze song die heel krachtig wordt gezongen door Sandman en met wederom een prachtige tekst:

Someday there'll be a cure for pain
That's the day I throw my drugs away
When they find a cure for pain

Afsluiter Miles Davis' Funeral is met opener Dawna de set boekenstandaards van het album en omsluit elf bijzondere nummers. Want ook de nummers die ik niet expliciet genoemd heb zijn prima tracks. Opvallend is dat alle nummers korter zijn dan vier minuten en het album daarmee net de 37 minuten haalt. Het zorgt er wel voor dat de focus en puntigheid behouden blijft en het album nog steeds actueel klinkt. Het zijn ook 37 minuten die je steeds opnieuw wilt beluisteren. Dit album verveelt mij nooit.

© 2023 TTZL

Fan website: Morphine
Wikipedia EN: Morphine
Wikipedia NL: Morphine

YouTube: Cure For Pain [album]
Spotify: Cure For Pain [album]

YouTube: Dawna
YouTube: Buena
YouTube: I'm Free Now
YouTube: Candy
YouTube: Thursday
YouTube: Cure For Pain

zondag 22 januari 2023

#532: David Crosby (1941-2023) / Yukihiro Takahashi (1952-2023)

Dit blog dreigt een lijst van necrologieën te worden en dat heeft ongetwijfeld met mijn eigen leeftijd te maken. Mijn musicerende tijdgenoten komen op een leeftijd dat overlijden erbij gaat horen en sommigen vind ik nu éénmaal te belangrijk om niet in een blog te vermelden. Soms betreft het grote naam in de muziek (David Crosby) waar ik zelf niet heel veel mee heb, soms is het een minder grote naam (Yukihiro Takahashi) wiens werk mij na aan het hart ligt.

David Crosby staat voor mij synoniem met het fenomenale album Déjà Vu (1970) van Crosby, Stills, Nash & Young. Hij verzorgt de lead vocals op Almost Cut My Hair en Déjà Vu en wat opvalt is zijn haast engelachtige stem. Een stem die we al kenden van zijn tijd bij The Byrds waar hij prachtige harmonieën zong met Roger McGuinn en Gene Clark in nummers als Mr. Tambourine Man en Turn! Turn! Turn!

Crosby had een uitgebreide carrière met albums in diverse bezettingen zoals Crosby, Stills & Nash en Crosby & Nash, maar ook nog een handvol andere samenwerkingsverbanden en een flink aantal solo-albums die het waard zijn om gehoord te worden, als ik de kritieken zo lees. Misschien toch maar eens induiken.

Een voor mij veel bekendere naam is Yukihiro Takahashi. Ik maakte al eerder blogs over zijn werk met Yellow Magic Orchestra (YMO) (#72) en als solo-artiest (#270). Dat is echter geen volledig overzicht van zijn activiteiten. 

Takahashi werd voor het eerst bekend als lid van Sadistic Mika Band (de naam is een parodie op de Plastic Ono Band). Ze worden nog steeds gezien als één van de beste rock-acts van Japan en hun album Black Ship (aka Kurofune) wordt vermeld in een lijst van 100 Greatest Japanese Rock Albums. Het titelnummer Black Ship geeft een aardig idee.

Nadat de band uiteen was gegaan nam Takahashi in 1977 een solo-album op (Saravah!) waar hij een soort van Japanse crooner uithangt op een aantal covers als Volare en Mood Indigo. Het is een voorbode van de veelzijdigheid én de speelsheid die de rest van zijn carrière zal kenmerken. Hij is ook zeer bedrijvig. Ook tijdens de actieve periode van YMO maakt hij vele solo-platen, doet hij sessiewerk, speelt in samenwerkingsverbanden en produceert platen van anderen. 

De laatste jaren was hij actief met YMO-maatje Haruomi Hosono als HASYMO en in de Japanse supergroep METAFIVE. Hun respectivelijke nummers The City Of Light en Don't Move laten horen dat Takahashi nog lang niet uitgeblust was. Het is dan ook zonde dat een complicatie bij een operatie vanwege een hersentumor een einde maakte aan zijn leven op 70-jarige leeftijd.

© 2023 TTZL

Officiële website: David Crosby / Yukihiro Takahashi

YouTube: Déjà Vu

YouTube: Black Ship [Sadistic Mika Band]
YouTube: Volare
YouTube: Mood Indigo
YouTube: The City Of Light [HASYMO]
YouTube: Don't Move [METAFIVE]

zondag 15 januari 2023

#531: Jeff Beck - Blow By Blow (1975)

Zes Grammy Awards, de Ivor Novello Award for Outstanding Contribution to British Music en twee keer opgenomen in de Rock and Roll Hall of Fame, als lid van 
The Yardbirds én als solo-artiest. Met Jeff Beck verliest de muziekwereld één van de meest prominente gitaristen ooit. Hij stond altijd in de top tien lijstjes van beste en meest invloedrijke (rock)gitaristen en werd ook wel de 
guitarist's guitarist genoemd.

Vanaf de middelbare school speelde hij in allerlei bandjes en op zijn achttiende was hij al te horen op de single Dracula's Daughter van de notoire Screaming Lord Sutch. Na wat andere bandjes en veel sessiewerk werd hij in 1965 gevraagd als opvolger van Eric Clapton in The Yardbirds. Zijn periode bij die band duurde slechts twintig maanden, maar hij is wel te horen op de bekende hits en het meestal als beste Yardbirds-album bestempelde Roger The Engineer.

Na die periode richtte hij de Jeff Beck Group op (met Rod Stewart als zanger) en maakte de klassieke albums Truth (1968) en Beck-Ola (1969). Overigens worden op de albums de benamingen 'Jeff Beck' en 'Jeff Beck Group' door elkaar gebruikt (soms staat op de hoes het ene en op de labels het andere), dus een duidelijke scheiding tussen solo- en groepswerk is niet echt te maken.

Met een tweede versie van de Group (met onder andere drummer Cozy Powell) maakt hij Rough And Ready (1971) en Jeff Beck Group (1972). Maar na het album Beck, Bogert & Appice van de groep met dezelfde naam gaat het roer om. Het volgende album, Blow By Blow uit 1975, is instrumentaal en staat volledig in het teken van Beck's gitaar.

Dat bleek een uitstekende keuze, want het album was zowel artistiek als commercieel een succes (#4 in de VS). Op de A-kant staan de zelfgeschreven nummers You Know What I MeanConstipated DuckAir Blower en Scatterbrain, die een onwaarschijnlijke rijkheid aan genres, stijlen, tempo en dynamiek laten horen. Daarnaast ook nog She's A Woman, een cover van een b-kantje van The Beatles.

De b-kant van het album opent met twee covers van nummers van Stevie WonderCause We've Ended As Lovers werd geschreven voor het album Stevie Wonder Presents: Syreeta en is heerlijk melancholisch. Thelonius is voor zover ik weet niet zelf door Wonder opgenomen, maar heeft verwantschap met Superstition, wat niet zo gek is aangezien Beck meespeelt op Wonder's album Talking Book uit 1972.

Na het uptempo Freeway Jam sluit het album af met Diamond Dust en dat is het enige nummer waar ik een wat dubbel gevoel bij heb. Het is een mooi, lyrisch nummer en de strijkers mooi zijn gearrangeerd, maar naar mijn smaak zijn diezelfde strijkers iets te nadrukkelijk aanwezig. Het deel tussen grofweg 2:30 en 4:30 is dan ook mijn favoriete passage, omdat de strijkers hier niet zo op de voorgrond staan.

Dat laatste neemt niet weg dat Blow By Blow een fantastisch album is én een voorbode van albums als Wired (1976) en There And Back (1980). Daarnaast bleef Beck een veelgevraagd sessiegitarist en is hij te horen op albums van uiteenlopende artiesten als Stanley ClarkeRod StewartTina TurnerMick JaggerKate BushSealZZ TopJoe Cocker en Roger Waters

Een hersenvliesontsteking werd Jeff Beck op 78-jarige leeftijd fataal en beroofde ons van een zeer begenadigd gitarist.

© 2023 TTZL

Officiële website: Jeff Beck
Wikipedia EN: Jeff Beck
Wikipedia NL: Jeff Beck

YouTube: Blow By Blow [album]
Spotify: Blow By Blow [album]

YouTube: She's A Woman
YouTube: Air Blower
YouTube: Scatterbrain
YouTube: Thelonius
YouTube: Freeway Jam
YouTube: Diamond Dust

YouTube: Dracula's Daughter [Screaming Lord Sutch]
YouTube: Superstition [Stevie Wonder]

zondag 8 januari 2023

#530: White Honey - Some Kinda Woman (1979)

Welgeteld één single, één album en één nummer op een soundtrack van Cha Cha (de film van Herman Brood) en niet eens een eigen vermelding op de Nederlandse Wikipedia. Dat is de oogst van de Nederlandse band White Honey. Gelukkig heeft de band wel vermeldingen in de Muziekencyclopedie en Poparchief Groningen.

Hanneke Kappen is nu vooral bekend vanwege haar (heel diverse) radio- en tv-werk, maar zij is voor mij toch vooral de presentatrice van Stampij, een hardrockuur op de Nederlandse radio in de jaren tachtig, dat volgde op Betonuur van de legendarische Alfred Lagarde en werd gevolgd door Vuurwerk van Henk Westbroek. Deze periode op de Nederlandse radio wordt mooi beschreven in dit artikel.

Voor Stampij was Kappen echter zangeres bij White Honey, een band met onder andere gitarist Erwin Java. Zoals eerder gememoreerd, maakte de band slechts één album, Some Kinda Woman, maar wat een lekkere mengeling van hardrock en rhythm 'n blues staat op dat album.

Het album opent met het prima Flyin', maar het is het tweede nummer dat het meest bekend is geworden: de single Nothing Going On In The City. Na een lekker drum- en basintro valt de gitaar subtiel bij die allengs gedrevener wordt en een staccatoritme gaat spelen. Na een minuut valt Kappen in met een heerlijk fanatieke en smerige zangpartij. Er volgt nog een fijne gitaarsolo waarna het nummer naar een climax toewerkt. Dit nummer gaat mij nooit vervelen. De Amerikaanse band The Rods hebben een paar jaar later een fijne cover van het nummer opgenomen.

Daarna wordt even gas teruggenomen in City Life, maar dat duurt niet lang. Het nummer gaat naadloos over in het uptempo Car Crash Blues, gevolgd door het pakkende titelnummer Some Kinda Woman dat ook makkelijk een single had kunnen zijn.

Op de rest van het album staan meer heerlijke uptempo nummers als The One Who Can Screw, Paradise (It's So Nice), Country Girl, Decision, Never Forget About You en die worden afgewisseld met een midtempo track als Too Tired en een het lekkere trage Let's Forget.

Ik ga hier niet zeggen dat Some Kinda Woman een vijfsterrenplaat is, maar het is een prima album van eigen bodem die meer aandacht verdient. Het album is nooit op CD verschenen en ook op Qobuz of Bandcamp zul je vergeefs zoeken naar een stream of download in CD-kwaliteit. Zelfs op Spotify is geen MP3-stream te vinden van het album. Hopelijk gaat hier nog eens verandering in komen.

Op YouTube staat een video van een reünie-optreden van White Honey in 2016. Het geluid is helaas niet al te best, maar het plezier spat er vanaf. Ook leuk is een video van een live-uitvoering van Nothing Going On In the City uit 1979.

© 2023 TTZL

Discogs: White Honey
Wikipedia NL: Hanneke Kappen / Erwin Java

YouTube: Some Kinda Woman [album]

YouTube: Let's Forget

YouTube: Stampij 29-09-1982 [laatste aflevering radio show]
YouTube: Nothing Going On In The City [The Rods]