Information is not knowledge. Knowledge is not wisdom. Wisdom is not truth. Truth is not beauty. Beauty is not love. Love is not music. Music is the best...
[Frank Zappa - 'Packard Goose' - Joe's Garage: Act III (1979)]
In 2013 kwamen Morten J. Olsen (drummer, percussionist, DJ, producer en kunstenaar uit Noorwegen) en Rubén Patiño (musicus en kunstenaar uit Spanje) met een nieuw project: een muziekcassette (!) van ongeveer twintig minuten met intelligent techno getiteld Dominant Akkord en als uitvoerend artiest werd 'Navngitt Mønster Opptog' vermeld. Nu is dat niet echt een makkelijk in het gehoor liggende groepsnaam, maar als snel werd duidelijk dat dit ook niet zo bedoeld was. Bij de volgende uitgaven werd er gespeeld met steeds een andere invulling van het N.M.O. acroniem als naam van de uitvoerende artiest: Nederlandse Maatschappij Ontwikkeling (2014) Naturkunde Museum Ostkreuz (2015) Natalia Martínez Ordóñez (2015) Nordic Mediterranean Organization/Numerous Miscommunications Occur (2016) Nassau Molasses Office (2017) Na die eerste cassette volgde dus de release van de Nederlandse Maatschappij Ontwikkeling 12" en downloads. Opener is Full Spectrum Intercourse waarop militair-achtige percussie de toon zet in combinatie met een breed spectrum van geluiden. Het is een fascinered begin. Op het daarna volgende ParaSomething wordt die opzet grotendeels voortgezet, alleen is de percussie meer 'techno' daar op de eerdere track. Kant 2 start met de meest experimentele track: Dirty Huts. Het nummer is minder vloeiend dan de eerder genoemde nummers, maar trekt hortend en stotend langs en is zeer rijk aan accenten. Een interessante track die pas na een paar keer luisteren gaat beklijven. Met de afsluiter SpecialgesamtkunstwerKunst keren we weer terug naar het geluid van de eerste track en het is een sterk einde van het album. N.M.O. is een interessant project van twee allround kunstenaars dat het waard is om te volgen. Ook op de uitgaven die hierna volgden blijven ze nieuwe invalshoeken vinden om ter verrassen.
Alides Hidding is bekend geworden als de zanger en voorman van Time Bandits. Die band was gedurende een paar jaar (1981-86) heel populair en scoorde acht Top 40 hits, waarvan vier de top tien haalden: Live It Up (1981), I'm Specialized In You (1983), Listen To The Man With The Golden Voice (1983) en I'm Only Shooting Love (1983). Vóór deze periode maakte Alides Hidding echter al de solo-single Hollywood Sevendie ik eigenlijk beter vind dan zijn werk met Time Bandits. Het nummer wer in 1980 een klein hitje. Het verbleef vijf weken in de Top 40 met als piek de 25e plek. Het nummer start met een sterk intro van gitaar en bas en waarna Hidding het verhaal start over een meisje uit Omaha dat naast hem komt wonen en het wil gaan maken in Hollywood. Als het niet zo wil vlotten met haar acteercarrière, en haar spaargeld op is, begint ze mannen mee naar huis te nemen. Op een gegeven neemt ze echter de verkeerde mee met fatale gevolgen: I found her there one mornin' When she didn't come for coffee when I called She brought the wrong one home this time There were crazy lipstick squalls across the wall Now she's goin' back to Omaha but not the way she planned There will be no crowd to cheer her on, no welcome home, no band
In september 1982 werd Godfrey Reggio's film Koyaanisqatsi op het Telluride Film Festival voor het eerst vertoond. In de maanden daarna volgden meer festivals en ongeveer een jaar later kwam er ook een (beperkte) bioscooprelease.
De film bevat geen dialoog of verhalende structuur, maar is een stroom van opeenvolgende beelden die een verhaal vertellen. Een verhaal over de mens en de natuur en de verstoorde relatie daartussen. De titel is een woord uit de taal van de Hopi indianen en betekent "life out of balance" en dat illustreert de film op knappe wijze.
Dat de film zo goed is komt echter niet alleen door de beelden. Minstens zo belangrijk is de muziek van Philip Glass (zie ook #97) die al een reputatie had opgebouwd als componist van onder andere Einstein On The Beach en Glassworks. De Amerikaanse componist behoort sinds het midden van de jaren zestig met Steve ReichenTerry Rileytot de grondleggers van deminimal music. Tijdens de openingstitels en de daaropvolgende, vertraagde beelden klinkt het indrukwekkende titelnummer Koyaanisqatsi waarop de superdiepe basstem van Albert de Ruijter telkenmale op indrukwekkende wijze het woord 'Koyaanisqatsi' declameert. Ook tijdens de rest van de film spiegelt de filmmuziek van Glass perfect de beelden van Reggio. Zijn de beelden kalm, dan is de muziek ook kalm (Clouds), maar zijn de beelden hectisch, dan is ook muziek hectisch (The Grid). De soundtrack werd in 1983 uitgebracht in een versie die de 'highlights' bevatte (ca. 45 minuten). In 1998 heeft Glass de gehele soundtrack opnieuw opgenomen en uitgebracht en die versie is zo'n 30 minuten langer (met name de 5.1 surround versie op Audio DVD is een aanrader). Tenslotte kwam in 2009 alsnog de gehele originele soundtrack uit. Alhoewel de soundtrack van Koyaanisqatsiprima op zichzelf kan staan is deze toch het best te genieten met de beelden erbij. De film is te bekijken op YouTube en op DVD of Blu-ray natuurlijk. De mooiste versie heb ik echter meegemaakt in 2013 in Groningen waar het Noord Nederlands Orkest de muziek live speelde terwijl de film op groot scherm boven hun hoofden werd vertoond (zie deze clip voor een impressie). NB Koyaanisqatsi is het eerste deel uit The Qatsi Trilogy waartoe ook Powaqqatsi (1988) en Naqoyqatsi (2002) behoren.