Zoeken in deze blog

zaterdag 31 augustus 2024

#616: 10 One-hit Wonders (1967-1985)

In acht eerdere blogs besteedde ik al eens aandacht aan One-hit Wonders en Novelty  Songs (zie de links onderaan dit blog). Deze week zet ik tien favoriete nummers uit de eerste categorie op een rijtje (en in een Spotify playlist).

Het is een nogal eclectische lijst geworden van nummers uit mijn singles-kopende-jaren (grofweg de jaren 60, 70 en 80). De stelregel bij het samenstellen was dat de artiest daadwerkelijk maar één nummer ooit in de Nederlandse Top 40 heeft gehad.

Als eerste is daar San Francisco (Be Sure To Wear Flowers In Your Hair) van Scott McKenzie uit 1967.  Het nummer is geschreven door John Philips (van The Mamas & The Papas) en er zijn weinig tracks die de tweede helft van de jaren 60 belichamen zoals deze. Zowel qua muziek als qua zang, maar toch vooral qua tekst. 

David Bowie schreef en produceerde het uit 1972 stammende All The Young Dudes voor de Engelse band Mott The Hoople, nadat ze zijn Suffragette City hadden afgewezen. Het werd een iconisch glam rock nummer en Bowie zou het later ook zelf nog opnemen.

Wild Cherry was een Amerikaanse funk rock band uit Ohio. Ze waren eerst een hard rock cover band, maar met de opkomst van de disco werd het steeds moeilijker om optredens te krijgen. Bij een optreden voor een grotendeels zwart publiek werd aan hen gevraagd "Are you going to play some funky music, white boys?". Het zaadje voor Play That Funky Music was geplant en één van de meest aanstekelijke nummers ooit werd in 1976 een Amerikaanse nummer één hit en wereldwijd een succes.

De Amerikaanse band Mother's Finest timmerde al sinds 1972 aan de weg voordat ze een knoepert van een hit scoorden in 1978 met Piece Of The Rock. De mix van funk rock, hard rock en R&B was uniek en leverde de band een trouwe aanhang op, maar het bleef in Nederland bij deze ene hit.

Peter Hollestelle komt uit een muzikale familie en was al actief geweest in diverse bands voor hij in 1979 gekoppeld werd aan zangeres Jody Pijper. Zij zat in de band Rainbow Train, maar is vooral bekend als achtergrond en sessie-zangeres. Ze is echter zo goed dat ze ook solo-opnamen mocht maken, maar brak daarmee nooit echt door, ook al is ze beter dan menigeen voor wie ze werkte (zie  ook de geweldige documentaire 20 Feet From Stardom over hetzelfde onderwerp). Cashmere maakte helaas maar één album, maar daar staat wel de geweldige single Love's What I Want op. Hierop hoor je goed waartoe Pijper in staat is.

Ring My Bell (uit 1979) van Anita Ward is mij vooral bijgebleven omdat het de eerste 'maxi-single' was die ik kocht. Het is dan ook de 12" versie van het nummer die mij is bijgebleven. R&B/disco in optima forma.

Tom Browne is een jazz-trompettist die met de track Funkin' For Jamaica van zijn tweede solo-album in 1981 een verrassende hit scoorde. Naast jazz en funk is het nummer voorzien van disco-invloeden en die zullen zeker hebben bijgedragen aan het succes. Het blijft een aanstekelijk nummer.

De bijdrage uit België komt van Vanda Maria Ribeiro Furtado Tavares de Vasconcelos, maar deze Belgisch-Portugese zangeres is beter bekend als Lio. In België en Frankrijk had zij een aantal grote hits en in Nederland scoorde zij met Amoureux Solitaires in 1981. Of dat ook iets met haar kleding in het TopPop-filmpje te maken had durf ik niet te zeggen...

Terence Charles White gebruikt zijn bijnaam 'Snowy' in zijn artiestennaam Snowy White. Hij is een Engelse gitarist die vooral bekend is als bandlid van Thin Lizzy en van zijn werk voor anderen (zoals Pink Floyd, Peter Green en Jim Capaldi). In 1984 scoorde hij in een aantal landen, waaronder Nederland, ineens een hit met het intens mooie Bird Of Paradise van zijn solo-debuutalbum.

1985 bracht de enige hit van Killing Joke in Nederland. De band werd in 1978 opgericht in Engeland en is (met een onderbreking van 1996 tot 2002) nog steeds actief. Ze maakten tussen 1980 en 1983 vier goede studio-albums (waarvan met name de eerste twee echte klassiekers zijn) met een mengsel van post-punk, industrial rock, gothic rock en new wave. De klapper kwam echter met de single Love Like Blood van hun zeer sterke vijfde album. Op één of andere manier weet Killing Joke in dit nummer volledig zichzelf te blijven terwijl de track ook onmiskenbaar grote hitpotentie heeft. Niet voor niets staat het nummer sinds 2011 onafgebroken in de Top 2000 (en daarvoor in 2000 en 2009). 

#154: The Brat - Chalk Dust-The Umpire Strikes Back (1982)
#187: Napoleon XIV - They're Coming To Take Me Away, Ha-Haaa! (1966)
#203: Shabby Tiger - Slow Down (1974)
#226: Max 'n Specs - Don't Come Stoned And Don't Tell Trude! (1980)
#347: Sugarloaf/Jerry Corbetta - Don't Call Us, We'll Call You (1974)
#478: Blind Melon - No Rain (1992)
#564: Adriano Celentano - Prisencólinensináinciúsol (1972)
#595: Johnny Wakelin - In Zaire (1976)

© 2024 TTZL


Wikipedia EN: One-hit Wonder
Wikipedia EN: Novelty Song

Spotify (playlist): 10 One-hit Wonders

zaterdag 24 augustus 2024

#615: Deutsch Nepal - Benevolence (1993)

Peter Andersson was een bandlid van Njürmannen, een Zweedse cultband die experimentele, industriële muziek maakte. Na die periode werkt Andersson meestal solo en verschuilt zich daarbij achter de alias Lina Baby Doll en de projectnamen Deutsch Nepal en Frozen Faces

Ik maakte kennis met Deutsch Nepal via een bij een magazine bijgesloten verzamel-CD. Hierop stond de titeltrack van het album Benevolence (in het Nederlands 'welwillendheid') en dat smaakte naar meer. 

Deutsch Nepal maakt muziek waar veelal etiketten als experimental, industrial en dark ambient opgeplakt worden. Opvallend hierbij is het veelvuldige gebruik van percussieve elementen. De naam Deutsch Nepal is overigens afgeleid van het gelijknamige nummer van de Duitse krautrock-band Amon Düül II.

Het album Benevolence uit 1993 is de tweede langspeler (na Deflagration Of Hell uit 1991). Het album opent met een tien minuten durende track met ijle klanken waarin flarden onverstaanbare tekst heen en weer schieten. Impassive Metal Sex zet direct de donkere dreigende toon van het album neer en doet denken aan de soundtrack van een horrorfilm. Na een kleine minuut komt er een ritme bij en heel langzaam wordt de track steeds verder opgebouwd totdat deze ook weer heel rustig naar het einde wordt gebracht. 

Dat begin bevalt al goed, maar het tweede nummer (Angel Impact) doet daar nog een schepje bovenop. De toon is feller, agressiever, en je moet het nummer een paar keer beluisteren om goed te horen wat er zich allemaal in de achtergrond afspeelt. 

Van de zeven nummers liggen The Fire Within My Cold Heart en Entrance (Part II) qua sfeer dicht tegen de sfeer van de eerste track aan, terwijl Carrions Still Walkin' en Mantra weer meer aansluiten bij de toon van de tweede track.

Topstuk van het album is de middelste en titeltrack Benevolence (Of The Fittest God). Het begint met direct met diverse, door elkaar lopende ritme-elementen en prachtige, gestapelde lagen synthesizer. Als we dan bijna het twee minuten punt hebben bereikt, valt er een toetsenpartij in die doet denken aan een kerkorgel en op de één of andere manier werkt dat prachtig. Zeven minuten lang wisselen de verschillende sferen elkaar af en je zou willen dat het nummer nog wel zeven minuten langer zou duren.

Na dit album heb ik ook het daaropvolgende album (Tolerance uit 1994) gekocht en dat is zo mogelijk nog beter. Ik ben Deutsch Nepal blijven volgen en heb nog regelmatig een album gekocht, net als van projecten waar Peter Andersson (soms) bij betrokken is, zoals Janitor en Der Blutharsch And The Infinite Church Of The Leading Hand

© 2024 TTZL


Officiële Facebook: Deutsch Nepal
Bandcamp: Deutsch Nepal
Wikipedia EN: Deutsch Nepal

YouTube: Benevolence [album]
Spotify: 
Benevolence [album]

zondag 18 augustus 2024

#614: Philip Glass - Itaipu / The Canyon (1993)

De Itaipudam in de rivier Paraná, op de grens van Brazilië en Paraguay, werd de inspiratie voor een werk van Philip Glass in opdracht van het Atlanta Symphony Orchestra and Chorus. Dit gebeurde na een bezoek aan de Iguazu-watervallen en de dam in aanbouw.

Glass was op dat al bezig met de opdracht van het orkest, maar gooide zijn werk tot dan toe overboord en startte opnieuw na het zien van de dam in wording.

Het was wellicht een opvallende keuze voor Glass, zo'n ode aan het technologische hoogstandje dat de dam is: de grootste ter wereld met een stuwmeer van zo'n 1.500 vierkante kilometer. Immers, in 1982 schreef hij de muziek voor de film Koyaanisquatsi (zie blog #321) waarin op kritische wijze wordt gekeken naar de manier waarop technologie ons kan vervreemden van de natuur. 

Glass ziet dit echter niet als een tegenstrijdigheid, maar vindt het belangrijk om ervoor te zorgen dat technologie een menselijk gezicht krijgt. Je kunt je afvragen of dat met de dam gelukt is: 10.000 families moesten verhuizen en de (qua volume) grootste watervallen ter wereld (Guaíra) verdwenen in het stuwmeer.

Het resulterende muziekstuk behoort tot mijn favoriete Glass-werken. De tekst is geschreven in de taal van een lokale bevolkingsgroep (de Guaraní) wiens mythe over de Paraná-rivier ("de plek waar muziek werd geboren") als bron werd gebruikt. 

Itaipu bestaat uit vier onderdelen die de loop van het water volgen. Het werk heeft een donker en ruig karakter en in het eerste deel (Mato Grossohoren we koorzang, gecombineerd met subtiele percussie, wervelende strijkers en exotisch aandoende blazers. Het begin van The Lake is heel melodieus, maar het dreigende karakter keert langzaam weer terug en het deel eindigt met een prachtige passage van de strijkers.

Deel drie heet The Dam en is het middelpunt van de compositie. Het kent een trage opbouw naar het zes-minuten-punt waarop het geweld losbarst. Het alsof je het water vanuit het stuwmeer door de generatoren van de dam hoort gaan stromen. Een stampend ostinato (een kort, steeds terugkerend motief) bepaalt de sfeer, terwijl er constant in toonsoort wordt gevarieerd. Het geheel klink t gewoon majestueus.

In het kortere, afsluitende To The Sea drijven we rustig naar de monding van de rivier en is de mysterieuze sfeer van het begin weer terug. Het is een mooie afsluiting van de ongeveer 35 minuten durende cyclus.

Het tweede werk op deze CD is The Canyon. Het is ongeveer de helft korter dan Itaipu en werd geschreven voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest. The Canyon bestaat uit drie delen en gebruikt een relatief klein orkest, maar met een grote percussie-sectie. Het is dan ook vrij ritmisch van karakter en vormt een mooie toevoeging aan de CD.

© 2024 TTZL


Officiële website: Philip Glass 
Wikipedia EN: Philip Glass
Wikipedia NL: Philip Glass

YouTube: Itaipu / The Canyon [album]
Spotify: Itaipu / The Canyon [album]

YouTube: Mato Grosso
YouTube: The Lake
YouTube: The Dam
YouTube: To The Sea
YouTube: The Canyon

zondag 11 augustus 2024

#613: Porcupine Tree - Atlanta (2010)

In 2009 verscheen het album The Incident van Porcupine Tree en na een tour en een live-album kwam het bericht dat de band op de waakvlam werd gezet. Er werd nadrukkelijk gesteld dat er geen sprake was van een breuk, maar dat er alleen solo-activiteiten zouden worden ontplooid en niet in groepsverband.

Dat 'even' werd dertien jaar, want zo lang duurde het voordat Closure / Continuation verscheen. Het betekende echter niet dat we in de tussentijd verstoken bleven van uitgaven van de groep, want via digitale platforms verscheen er genoeg moois. Je moet die platforms dan natuurlijk wel weten te vinden.

Zo verschenen er op porcupinetreeofficial.bandcamp.com al vijftien uitgaven. Een paar zijn opnamen die eerder op zeer gelimiteerde CD's werden uitgebracht, maar de meeste zijn live-opnamen en -sessies die nergens anders te verkrijgen zijn. 

Daarnaast is er de Porcupine Tree Download Store via Burning Shed. Ook  hier zijn exclusieve live-opnamen te vinden. Een tijd lang waren hier de audio-opnamen van het complete Rockpalast concert uit 2005 te koop (helaas nu niet meer, maar de tv-opnamen staan nog wel op YouTube), maar de topper is voor mij het dubbele live-album Atlanta uit 2010 met opnamen uit 2007. 

Het geweldige album Fear Of A Blank Planet was een half jaar daarvoor verschenen en we horen veel nummers van dit album in mooie uitvoeringen, zoals Fear Of A Blank Planet en het zeventien minuten durende Anesthetize

Ook van eerdere albums wordt een mooie dwarsdoorsnede gespeeld. Zo horen we Open Car (van Deadwing), Blackest Eyes (van In Absentia) en Even Less (van Stupid Dream). Het concert wordt afgesloten met een lange, zeer krachtige uitvoering van Halo (ook van Deadwing).

Het concert werd opgenomen met de bedoeling om het als live-album uit te brengen (de 24-bits FLAC opnamen klinken fantastisch, in tegenstelling tot de YouTube video). Later werd er echter voor gekozen een optreden in Tilburg (uit 2008) uit te brengen als Anesthetize. De tracklist zijn grotendeels vergelijkbaar, al zitten er interessante verschillen in. Daarnaast zijn de uitvoeringen soms flink anders, dus beide kunnen prima naast elkaar bestaan.

© 2024 TTZL


Officiële website: Porcupine Tree / Steven Wilson HQ
Wikipedia EN: Porcupine Tree
Wikipedia NL: Porcupine Tree

YouTube: Atlanta [album]

YouTube: Anesthetize
YouTube: Open Car
YouTube: Blackest Eyes
YouTube: Even Less
YouTube: Halo

YouTube: Rockpalast (tv-opnamen, 2005)

zondag 4 augustus 2024

#612: Scorn - Imaginaria Award EP (2000) / Greetings From Birmingham (2000)

In blog #65 heb ik de ontstaansgeschiedenis van Scorn al eens uit de doeken gedaan, dus dat zal ik hier niet herhalen. Nu wil ik focussen op de Scorn-uitgaven in het laatste jaar van het vorige millenium: Imaginaria Award EP en Greetings From Birmingham.

Mick Harris, sinds 1995 feitelijk het enige lid van Scorn, wilde in 1997 af van zijn verbintenis met KK Records (omdat zij een voorgenomen EP met Bill Laswell niet wilde financieren) en besloot daarom Scorn op te heffen. 

Gedurende drie jaar  bracht hij muziek uit onder zijn eigen naam en maakte hij deel uit van diverse projecten. In 2000 blies hij Scorn echter weer nieuw leven in met twee uitgaven op het Hymen Records label, een sublabel van Ant-Zen.

De eerste, Imaginaria Award EPverscheen in juni en liet horen dat Harris teruggreep op het geluid van de eerste Scorn albums. In de loop der jaren was het geluid steeds meer richting ambient en illbient gegaan, maar hier keerden de hardere randen van weleer weer terug. De beste tracks vind ik Worried en Lock.

De altijd bij Scorn aanwezige basis van dub wordt hier gecombineerd met complexe (jazz-fusion-achtige) ritmes, gekoppeld aan minimale melodieën en harde, troebele baslijnen. Minimaal, maar zeer effectief.

In september verschijnt het album Greetings From Birmingham en dan blijkt de EP slechts een vingeroefening te zijn geweest. De aanpak is hetzelfde, maar de uitwerking is hier nog beter. Na een korte intro-track horen we Can But Try en dat is meteen een knaller. Een lekker slepend ritme, kronkelende baslijnen en onder het oppervlak gebeurt zoveel dat herhaalde luisterbeurten nodig zijn om alles te ontdekken.

In de elf nummers die daarna volgen wordt dezelfde aanpak gehanteerd, maar de accentverschillen zorgen voor voldoende afwisseling om het spannend te houden. Zo treed het ritme in Flap nadrukkelijk op de voorgrond, terwijl het grommende, dreigende beest dat Told You Can Tell (Part 2) heet dan weer volledig zonder percussie is.

Closedown is een nummer waarin de (bijna lieflijke) melodieën op de voorgrond treden terwijl in That Dont het de scherpe, dissonante tonen zijn die de aandacht opeisen. Op één of andere manier weet Harris in de korte, slechts één minuut durende, afsluiter Melt alles samen te laten komen en is dat een perfect einde aan een prima comeback-album.

Scorn zou hierna actief blijven tot 2011 (vier albums) en daarna nog één keer tussen 2019 en 2022 (twee albums) met prima resultaten. Daarnaast  brengt Harris werk uit als Lull en is hij actief (geweest) in vele groepen en samenwerkingsverbanden, zoals Divination, Painkiller en Praxis

© 2024 TTZL


Fan Facebook: Scorn
Wikipedia EN: Scorn

YouTube: Imaginaria Award EP [album]
YouTube: Greetings From Birmingham [album]
Spotify: Greetings From Birmingham [album]

YouTube: Worried
YouTube: Lock

YouTube: Can But Try
YouTube: Flap
YouTube: Closedown
YouTube: That Dont
YouTube: Melt