Information is not knowledge. Knowledge is not wisdom. Wisdom is not truth. Truth is not beauty. Beauty is not love. Love is not music. Music is the best...
[Frank Zappa - 'Packard Goose' - Joe's Garage: Act III (1979)]
De jaarwisseling is aanstaande en onvermijdelijk komt New Year's Day van U2 dan in mijn gedachten. Het nummer was de eerste single van War, hun derde album uit 1983, en betekende hun echte doorbraak. New Year's Day was niet alleen hun eerste Top 20 hit in de UK, maar ook in de rest van de wereld zette het U2 op de kaart. De 'heavy rotation' van de clip op MTV zal hier zeker mee te maken hebben gehad. De single-versie van New Year's Day is al een krachtige track, maar het is toch vooral de langere versie van New Year's Day die op de 12"-versie van de single stond waarop het nummer tot volle wasdom komt. Het langere instrumentale middenstuk geeft het nummer iets extra's, met name de pompende baslijn van Adam Clayton, de krachtige slagen van Larry Mullen Jr. en de gitaar- en pianopartijen van The Edge maken het nummer zo sterk. Het nummer heeft eigenlijk alles wat U2 zo goed maakt in één nummer. Het track begon als een liefdesliedje, maar onder invloed van de gebeurtenissen in Polen op dat moment (de opkomst van Solidarność) verwijst de tekst daarnaar. Bono zei hier zelf over: "'New Years Day' is a love song. Subconsciously, I must have been thinking about Lech Walesa being interned and his wife not being allowed to see him. Then when we released the song, they announced that martial law would be lifted in Poland on New Year's Day." In de tekst zit de volgende passage: Under a blood red sky A crowd has gathered in black and white Arms entwined, the chosen few en met name die eerste zin is klassiek geworden doordat deze als titel is gebruikt voor hun live-album en video uit 1983 waarop natuurlijk ook een versie van New Year's Day niet mag ontbreken. De b-kant van de single bevat Treasure (Whatever Happened To Pete The Chop) en dat is een aardig nummer, maar niet meer dan dat. Op de 12" stonden ook nog mooie live-versies van Fire en I Threw A Brick Through The Window/A Day Without Me, opgenomen in Werchter (België) in 1982.
Alhoewel de jaarlijkse Record Store Day in april de laatste jaren steeds meer in het teken staat van heruitgaven op vinyl, verschijnt er zo af en toe ook nog wel een onverwacht nieuw pareltje. Zo was er in 2013 ineens de single Brass Sabbath waarop de Nederlandse afrobeat band Jungle By Night (zie ook blog #233) samenwerkte met de Californische alternative hip hop producer en DJ The Gaslamp Killer. Na een eerdere ontmoeting doken ze de studio in en namen twee verrassende covers op. Op de A-kant staat een cover van het Black Sabbath nummer Electric Funeral. Op de instrumentale versie van Jungle By Night en The Gaslamp Killer zijn de zware gitaren vervangen door fanatieke blazers en dat werkt wonderwel goed. De B-kant is een nummer dat gebaseerd is op een sample die The Gaslamp Killer liet horen aan Jungle By Night. Pas later kwamen ze er achter dat het een sample was van een nummer van de Turkse zangeres Selda Bağcan (meestal kortweg Selda genoemd). Luister naar Aşkın Bir Ateş om een idee te krijgen van haar muziek en luister dan de eigenzinnige interpretatie van deze gelegenheidscombinatie in High Times. Na een minuut of vier lijkt het nummer over, maar komt er ineens nog een coda in de vorm van Ghost Town van The Specials. Ook deze flipzijde is zeer genietbaar. Een leuk inkijkje bij de opnamen geeft de clip Gaslamp Killer and Jungle by Night collaborate in Amsterdam. Hopelijk volgen er meer van dit soort initiatieven tot verrassende samenwerkingen op komende Record Store Days.
De hernieuwde belangstelling voor hard rock en heavy metal begin jaren tachtig ging ook aan Nederland niet onopgemerkt voorbij. Onder invloed van de New Wave Of British Heavy Metal kwam in Nederland een soortgelijke beweging tot stand onder aanvoering van bands als Picture (zie #129), Vandenberg en Highway Chile. Maar er waren heel veel interessante bands zoals Vengeance, Turbo en de Nederlandstalige hard rock van Vandale. In 1983 verscheen Storybook Heroes van Highway Chile en hierop werd direct aangetoond dat Nederlandse hard rock en heavy metal niet onder hoeft te doen voor Britse en Amerikaanse evenknieën. Met openerFever gaat het album direct goed van start: een lekker bas-intro, een direct meezingbaar refrein en gewoon een goede track. Maar er staan meer goede nummers op: Carol heeft een killer-riff en Jesse James is een lekkere stamper met fijne gitaarsolo's. Endless Trail tenslotte laat horen dat Highway Chile ook met een trager tempo goed uit de voeten kan. Het label waar het album op uitkwam gaat al snel failliet, maar een geremixte versie van het album komt nog in hetzelfde jaar via een ander label weer op de markt. Het album wordt goed ontvangen, maar door problemen bij de opnamen van het tweede album stappen gitarist Ben Blaauw en drummer Ernst van Ee uit de band en beginnen een nieuwe band: Helloïse. Op het debuutalbum van Helloïse zijn de nummers complexer dan bij Highway Chile en ook de productie is weer een stap vooruit. Ook meer dan dertig jaar later staan de nummers nog als een huis. De drie nummers die het album openen (Cosmogony, Broken Hearts en Run A Mile) laten daarbij horen dat Helloïse met alle soorten tempo's overweg kan. For A Moment is wat mij betreft één van de mooiste nummers op het album. Het is erg afwisselend, heeft geweldig gitaarwerk en de zang is sterk. Een ander geweldig nummer is Hard Life. Alle elementen die een goede hard rock maken zitten hierin! Ook Helloïse is helaas geen lang leven beschoren, na het tweede album Polarity uit 1986 blijft het lang stil rond de groep. Daarna verschenen er toch nog albums in 1998 en 2001 en in 2016 verscheen er ineens een Anthology box van zes CD's met daarop de vier albums en twee CD's met onder andere demo's en een remix van Polarity.
Van sommige singles in mijn collectie ken ik de muziek goed, maar weet ik bijzonder weinig van de artiest in kwestie. Johnny & Orquesta Rodrigues is zo'n geval. Dan ga ik even zoeken op internet en weet ik snel meestalzo'n beetje alles over de betrokkene. Zo niet bij Johnny Rodrigues. Er is bar weinig over hem te vinden. Wat ik wel vond is dat hij in 1951 geboren werd op de Kaapverdische Eilanden, met zijn familie naar de Verenigde Staten vluchtte toen hij werd opgeroepen voor het Portugese leger om te dienen in Angola en in 1974 in Nederland terecht kwam. Hij werd diskjockey in discotheek Ma Belle Amie in Scheveningen van eigenaar Peter Tetteroo, bekend van de Tee Set, en toen die bemerkte dat Johnny kon zingen nam hij een single met hem op: Hey Mal Yo (een bewerking van een Portugees volksdansje). Het werd een nummer 1 hit in Nederland en België en ook een succes in vele andere Europese landen. De artiestennaam Johnny & Orquesta Rodrigues is trouwens apart omdat 'orquesta' het Spaanse woord voor orkest is en Johnny in het Portugees zingt ('orquestra' had dus beter geweest). Daarnaast was er geen sprake van een orkest, de muziek werd gespeeld door de leden van Tee Set. Op de instrumentale b-kant Johannesburg komt Johnny niet eens voor. Het zou voor Johnny bij dit ene grote succes blijven. Hij mocht nog drie singles (Hasibaba, Mariquinha en Uma Casa Portuguesa) en een LP maken, maar geen van allen kon het succes van Hey Mal Yo evenaren. Volgens de informatie die ik vond moest hij uiteindelijk Nederland verlaten omdat hij geen verblijfsvergunning kreeg.
Het eerste wat mij opviel toen ik aan dit blog over twee eurodisco-platen begon waren de hoezen. Zou je dit soort afbeeldingen heden ten dage, waarin de morele verontwaardiging altijd op 'aan' staat, nog kunnen gebruiken? Het is in ieder geval een mooi tijdsbeeld van midden jaren zeventig.
Alec R. Constandinos (geboren als Alexandre Kouyoumdjiam in Egypte) werd eind jaren zeventig kortstondig de spil van de eurodisco. Hij maakte naam door samen met Cerrone het nummer Love In C Minor te schrijven dat in zijn geheel de a-kant van Cerrone's gelijkname debuutalbum zou vullen. De singleversie van het nummer werd een hit in heel Europa (#12 in de Nederlandse Top 40) en de naam van Cerrone en Costandinos was gemaakt. Het nummer start met een paar vrouwen die in een club praten over de aanwezige mannen en na zo'n anderhalve minuut start de muziek. Typische elementen als een stampende vierkwartsbeat, overdadige strijkers, vrouwenkoortjes en -gekreun zijn aanwezig, net als vele breaks waarin blazers prominent aanwezig zijn. Op de b-kant van het album staat het vergelijkbare nummer Midnite Lady, alleen ligt hier in de breaks de nadruk meer op toetsen en gitaar. Veel beter dan dit is eurodisco niet geworden. Het tweede nummer op deze kant is Black Is Black, een cover van het nummer van de Spaanse groep Los Bravos. Deze cover vind ik niet erg geslaagd, het origineel van Black Is Black blijft veel en veel beter. Door het succes van Love In C Minor kreeg Constandinos een eigen platencontract en maakte hij een gelijknamig debuutalbum onder de naam Love And Kisses. Op dit album keren dezelfde elementen weer terug in de twee tracks I've Found Love (Now That I've Found You) en Accidental Lover. Eerstgenoemde track werd ook een hit in Europa en reikte in Nederland ook tot #12 in de Top 40. Een jaar later scoorde Love And Kisses nog een keer met Thank God It's Friday, het titelnummer van de film Thank God It's Friday.
De manier waarop ik met artiesten in aanraking kom is soms puur toeval en dat was ook het geval met Accelera Deck. Terwijl ik op zoek was naar andere releases bij een aanbieder op Discogs viel mijn oog op de LP-hoes van Disquieting van Accelera Deck, een project van Amerikaan Chris Jeely. Nieuwsgierig geworden luisterde ik wat nummers op Youtube en besloot om voor een paar euro tweedehands versies van een LP en EP van Accelera Deck mee te bestellen. Naast Disquieting had ik ook de Halo EP uit 2013 besteld. De twee originele tracks op deze EP, Halo 1 en Halo 2, zijn goede voorbeelden van de muziek van Accelera Deck. Het is met laptop en sampler gemaakte experimentele, elektronische muziek met invloeden uiteenlopen van electroacoustic tot drum 'n' bass invloeden. De andere vier tracks op de EP zijn remixes van de originelen. Deze zijn echter zo radicaal anders dat ze net zo goed als op zichzelf staande nummers gezien kunnen worden:
Accelera Deck maakt misschien geen muziek voor de massa's, maar als je bereid bent je ervoor open te stellen kun je na een paar luisterbeurten mooie dingen ontdekken.
In 1956 werd de science fiction film Forbidden Planet uitgebracht door MGM. De film heeft een enorme invloed gehad op het genre omdat er een aantal dingen voor het eerst in voorkwamen. Zo is er voor het eerst een door mensen gebouwd ruimtevaartuig te zien dat sneller kan dan het licht, is het de eerste film die zich volledig in de ruimte afspeelt en is de robot Robby een persoonlijkheid in plaats van een decoratief tinnen mannetje. Meest belangrijk voor dit blog is echter de filmmuziek. Deze film was de eerste rolprent met volledig elektronische muziek. Hiervoor is het echtpaar Louis & Bebe Barron verantwoordelijk. Zij kregen van een neef, die bij de Minnesota Mining and Manufacturing Company (beter bekend als 3M) werkte, in 1947 een bandrecorder als huwelijkscadeau. Al snel experimenteerden zij volop hiermee en werkten begin jaren vijftig bijvoorbeeld mee aan de korte film Bells of Atlantis (van filmmaker Ian Hugo naar een tekst van Anaïs Nin) en het werk Williams Mix van experimenteel componist John Cage. Een toevallige ontmoeting met MGM producer Dore Schary leidde ertoe dat de Louis & Bebe gevraagd werden om de geluidseffecten voor de film Forbidden Planet te maken met hun zelf gebouwde circuits, filters en oscillatoren. Ze pionierden met tape loops en aangezien ze opnamen maakten van dichters en schrijvers en dit uitbrachten hebben ze ook aan de wieg gestaan van het audioboek. Uiteindelijk beviel hun werk de studio zo goed dat ze de hele score voor de film mochten verzorgen. Het resultaat is een geluidstrack van de film waarin de grens tussen geluidseffecten en filmmuziek vervaagt. Het bioscooppubliek zag niet alleen een film die anders was dan alles wat ze ooit hadden gezien, ook de muziek was iets volslagen nieuws. Sterker, volgens de vakbond van musici was het geen muziek omdat Louis & Bebe geen instrumenten bespeelden (en ze geen lid waren van de muzikantenvakbond). Daarom staat in de titels vermeld dat Louis & Bebe Barron verantwoordelijk zijn voor 'electronic tonalities' en konden ze niet in aanmerking komen voor een Oscar-nominatie.
Luister naar de onderstaande voorbeelden uit de soundtrack en verbaas je erover dat dit gemaakt is voordat de synthesizer werd uitgevonden. Voordat alles wat je nu weet van elektronische muziek überhaupt bestond:
Eén van Nederlands meest onderschatte zangers en liedjesschrijvers is Alexander Curly. Hij werd in 1946 geboren als Harm Breemer en werkte aan het begin van zijn carrière als steward bij KLM. Daarnaast speelde hij in lokale Kennemerlandse bands als The Damiates en The Maestro's en nam als het duo Budhi een single op. In 1972 ging hij solo en scoorde direct een nummer 1 hit met het door hem zelf geschreven I'll Never Drink Again. Hij kon het succes niet herhalen en na een flink aantal Engelstalige singles kwam hij in 1975 met een Nederlandstalig album: Vette Jus & Boerenjongens. Dit album leverde hem weer een nummer 1 hit op met het nummer Guus, een verhaal over een boer die bezwijkt voor de verleidingen van de stad. Ook Aggesus, de tweede single van het album over een Turkse gastarbeider, werd een flinke hit. Deze wat cabareteske nummers bepalen voor veel mensen het beeld van Alexander Curly. Toch vertellen ze slechts een klein deel van het verhaal en staan er op het album ook heel andere nummers. Zo gaat Ben Jij Dat Moeder over een student die na een LSD-trip een stukje gaat vliegen en is Freek het trieste relaas over slecht aflopende pesterijen van een geestelijk beperkte dorpsgenoot.